31.05. Maria bezoek
Maria bezoek- feest
![]() |
Uit het evangelie volgens Lucas1, 39-56
In die dagen reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette.Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld met de heilige Geest en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’
Maria zei: ‘Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder: Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is zijn Naam. Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht, voor al wie Hem vereert. Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot Hij van hun troon en wie gering is geeft Hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven, maar rijken stuurt Hij weg met lege handen. Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals Hij aan onze voorouders heeft beloofd: Hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.’
Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar, en ging toen terug naar huis.
Hoog verheft / Magnificat (Lofzang van Maria)
Hoog verheft nu mijn ziel de Heer,
verrukt is mijn geest om God, mijn Verlosser.
Zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd:
van nu af prijst ieder geslacht mij zalig.
Wonderbaar is het wat Hij mij deed,
de Machtige, groot is zijn Naam!
Barmhartig is Hij tot in lengte van dagen
voor ieder die Hem erkent.
Hij doet zich gelden met krachtige arm,
vermetelen drijft Hij uiteen;
machtigen haalt Hij omlaag van hun troon,
eenvoudigen brengt Hij tot aanzien;
behoeftigen schenkt Hij overvloed,
maar rijken gaan heen met ledige handen.
Hij trekt zich zijn dienaar Israël aan,
zijn milde erbarming indachtig;
zoals Hij de vaderen heeft beloofd,
voor Abraham en zijn geslacht voor altijd.
Eer aan de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest.
Zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
Magníficat
ánima mea Dóminum,
et exsultávit spíritus meus
in Deo salvatóre meo,
Quia respéxit humilitátem ancíllae suae.
Ecce enim ex hoc beátam me dicent omnes generatiónes,
quia fecit mihi magna, qui potens est,
et sanctum nomen eius,
et misericórdia eius in progénies et progénies
timéntibus eum.
Fecit poténtiam in bráchio suo,
dispérsit supérbos mente cordis sui;
depósuit poténtes de sede
et exaltávit húmiles;
esuriéntes implévit bonis
et dívites dimísit inánes.
Suscépit Israel púerum suum,
recordátus misericórdiae,
sicut locútus est ad patres nostros,
Abraham et sémini eius in sáecula.
Glória Patri, et Fílio,
et Spirítui Sancto.
Sicut erat in princípio, et nunc et semper,
et in sáecula saeculórum. Amen.
Reacties
Een reactie posten
Plaats hier jouw reactie